Erik Lemmens
Geen grond onder de voeten, slechts de afgrond
Geen dak boven het vuur, slechts wind en nacht
Geen muren, slechts afwezigheid van macht
Geen toeverlaat, geen goden en geen jachthond
Geen blindheid ter bescherming van de ogen
Geen engel die iets fluistert van het licht
Slechts onbeperkt en ongenadig zicht
Op leegte en een sprankje mededogen
Het feest kan dus elk moment beginnen
Zonder…
(uit: ‘Sonnet voor Erik’ van Saar Frieling)